Historische Vertelsels
Sinds Covid maak ik, Gids53/Jo Van Dessel, historiscus en pro-gids, deze podcast op mijn zolderkamertje. Ik schrijf en vertel de verhalen, mix ze af met muziek en SFX-jes en doe alle productie en interviews. Per reeks, probeer ik onze 'Belgische' geschiedenis tot leven te brengen doorheen de bril van de mensen, de historische personages (soms bekend, soms helemaal anoniem) die ze ook echt beleefd hebben! Vanuit hun persoonlijke levensverhaal, hun exploten, de kleine dingen van hun bestaan zoek ik de link met de 'grote' geschiedenis, met het tijdvak waarin ze leefden. De podcast is ook steeds gelinkt met mijn gidswerk in de "Historische Vertelsels-tours" en met mijn lezingen in de "Historische Lezingen". Veel luisterplezier en zeker subscriben. Gids53
Historische Vertelsels
5.3. E.J. van Gansen - E3: van "Beloken Tijd" naar Rebellie (1797-1798)
Dit is de derde aflevering over het leven van Emmanuel Jozef van Gansen, één van de Kempense leiders van de opstand tegen de Franse bezetter in 1798, beter bekend als de Boerenkrijg.
De Franse overheid blijft de ene na de andere anticlerikale wet uitvaardigen in de 9 Departementen. De wet op de sluiting van de kerken op 5 september 1797 doet de geestelijkheid onderduiken en het geloof ondergronds gaan. Wanneer exact 1 jaar later de wet op de conscriptie - de Bloedwet - wordt gepubliceerd, is de maat vol. Op vele plaatsen breken onlusten uit, de Boerenkrijg is begonnen. In de Antwerpse Kempen richten Jozef van Gansen, Albert Meulemans en anderen, een echt Brigandsleger op, vastbesloten om het Franse juk voor altijd ongedaan te maken! Veel luisterplezier! Volg de podcast hierboven en krijg automatische updates! www.gidsnummer53.com . Als je naar mijn website gidsnummer53.com/blog surft, vindt u extra beeldmateriaal en verhalen over E.J. van Gansen en de Boerenkrijg. @luisteraars op Spotify en Apple Podcast: niet vergeten te raten aub.
Volg de podcast en krijg automatische updates!
@luisteraars op Spotify en Apple Podcast: niet vergeten te raten aub.
Vorige keer ben ik geëindigd met te zeggen dat Jozef van Gansen meer en meer zou gaan radicaliseren in zijn verzet tegen de Fransen. We zijn in 1797 aanbeland en we komen stilaan in wat in de geschiedenisboekjes bekend/geboekstaafd staat als de “Beloken Tijd”! Ik ben altijd al geïntrigeerd geweest door dat woord “beloken”“, het heeft iets mysterieus naar mijn gevoel… en ook iets archaïsch. En dat is het ook! “Beloken” is nl. het voltooide deelwoord van beluiken, oftewel van luiken voorzien… en hiermee bedoelde men dat alles achter luiken moest gedaan worden, niet openlijk, niet zichtbaar kon gebeuren. Soms lees je ook al eens de Besloten Tijd, en dat zegt net hetzelfde.
Maar, … wat moest er dan in het geheim gebeuren? Wel, dat gaat u zo meteen te horen krijgen…
De kloosters en abdijen zijn gesloten en volop in de verkoop gezet…, veel van de paters en geestelijken leven al ondergedoken… Maar de Fransen waren nog niet klaar niet klaar met hun ontkerstening. Nee, verre van, het ergste moest nog komen! In december 1796 werd het de clerus verboden om nog in het publiek een geestelijk gewaad te dragen. De zieken- en armenzorg werd aan de Kerk ontnomen; elke gemeente moest vanaf nu een bureau van Weldadigheid inrichten, onze latere OCMW’s. En zo ging het maar door…
Het Directoire in Parijs kreeg echter meer en meer af te rekenen met verzet in Frankrijk zelf, haar macht brokkelde zienderogen af. De 5 directeurs probeerden met kunst en vliegwerk toch aan de macht te blijven…ze vervalsten de verkiezingen… en uiteindelijk pleegden ze zelfs een ‘nieuwe’ staatsgreep op 4 september van 1797 en kwam één van de Directeurs, Paul Barras, met de hulp van het leger én Napoleon (hier is ie eindelijk in het verhaal) aan de macht. De Raad van 500 (laten we zeggen het Franse Parlement) werd zo goed als buitenspel gezet en een nieuwe golf van terreur overspoelde Frankrijk: politieke opposanten, royalisten, priesters en geestelijken werden veroordeeld tot de echte guillotine of tot wat men noemt de “droge guillotine”: verbanning naar Nieuw Guyana, de Zuid Amerikaanse kolonie van de Fransen. De eilandjes die voor de kust lagen (en liggen) deden dienst als strafkolonies, velen gingen, weinigen overleefden! (Papillon)… u hoort het luisteraar, twas niet alleen bij ons miserie hé.
Eens weer steviger in het zadel na de coup, hoog tijd om de puntjes op de Republikeinse “i” te zetten moeten de Directeurs en Barras gedacht hebben! En direct namen ze koe bij de horens; op 5 september 1797, amper een dag later dus, werd er hier bij ons, in de Verenigde Departementen, een nieuwe, strenge, maar vanuit republikeins standpunt logische, anti-clericale wet uitgevaardigd. En deze zou pijn doen bij de bevolking! De verontwaardiging in de Nederlanden was groot, nee immens! In Westerlo (maar zeker niet alleen daar, ook in Herentals bijv.) weigerde het gemeentebestuur (opnieuw) haar medewerking; in plaats van de wet af te kondigen, nam bijna het voltallige bestuur ontslag, pa Van Gansen incluis; voor hem betekende dit het einde van zijn politieke carrière!
Vanuit het Departement der Twee Nethen stuurde men daarop een speciale commissaris en een legertje soldaten naar de Kempen om overal zelf de wet te gaan proclameren! Nog even geduld beste luisteraar, u komt zo te weten wat er in de wet stond… spannend hé! Op 15 september 1797 werd de bevolking van Westerlo gesommeerd op hun marktplein. Aan de Vrijheidsboom verkondigde een boos kijkende commissaris (wie weet wel met een moustache?) en zijn militairen vanop zijn paard: “vanaf heden moeten alle priesters en geestelijken de eed van haat zweren aan de monarchie en de anarchie én de eed van trouw afleggen in handen van de Republiek en de Franse grondwet, op straffe van vervolging én verbanning”! De facto wilde dat dus zeggen dat je als pastoor of priester de eed NIET KON weigeren, tenzij een one way trip naar Guyana op je bucketlist stond! Idem dito voor pastoors die iets té negatief zouden spreken over het beleid van het Directoire vanaf hunne kansel, daar stond ook de droge guillotine op als straf! De staat kreeg op deze manier zo goed als volledige controle over de clerus… de overheid bepaalde voortaan wat er werd gezegd, en hoe het werd gezegd!
De speciale gezant verklaarde verder uit volle borst dat het volgens alweer een nieuwe wet, uitgevaardigd op 13 september, dus amper 8 dagen na de vorige, voortaan ook algemeen verboden was en ik citeer: “de uiterlijke tekenen van de godsdienst publiek te maken; de kerkklokken te luiden tenzij voor republikeinse aangelegenheden en kruisen, kruistekens en heiligenbeelden in het openbaar te brengen of te tonen”! Ook het dragen van het priesterkleed zoals gestipuleerd in de wet van 6 december 1796 blijft verboden en zal vanaf heden niet meer oogluikend worden toegestaan, maar vooral streng bestraft worden”! Leve de Republiek!” Einde van de proclamatie! Ik heb een sterk vermoeden dat de charade op het plein niet op applaus zal ontvangen zijn… veel gemor steeg op uit de toehoorders en denkelijk stonden Jozef van Gansen en zijn medestanders ook weer tussen het volk, ah ja, het was zo goed als voor zijn deur te doen! (belleman, boegeroep)
In navolging van deze wetten, gingen vanaf eind september 1797 de kantonscommissarissen en hun gendarmes rond in hun jurisdicties om de nieuwe wetten af te dwingen en uit te voeren. Klokken, kruisen, heiligenbeelden werden verwijderd, met geweld als het moest. Systematisch sloot men alle, en echt hé, ALLE kerken in de Nederlanden. En de gevolgen laten zich raden.
Op 27 september 1797, twee weken na de proclamatie op de Markt, stond Tongerlo in rep en roer. Het nieuws deed nl. de ronde dat de Franse overheid de kerk ging komen sluiten en de klokken uit de toren ging komen halen. (weet u nog dat ik in de vorige aflevering die schoolplaat heb beschreven… wel ook daarop zie je hoe een kerk wordt gesloten en het kruis en de klokken worden omlaag gehaald… wel dat stond Tongerlo ook te wachten die septemberdag). Maar, en dat kan ik lezen in contemporaine getuigenverslagen, dat was buiten Jozef van Gansen gerekend. Samen met enkele kompanen verwittigde hij snel de koster van de kerk zodat men de klokken zou kunnen redden… ‘s Avonds escaleerde de situatie echter. Van Gansen en co reageren hun woede af op enkele jonge mannen die ze ervan verdachten met de overheid samen te werken (ze zouden nl de bomen mee helpen rooien hebben aan de verlaten abdij van Tongerlo). Er vielen enkele rake klappen… Commissaris Van Looy, hij weer, werd er bij geroepen en hij botste in Tongerlo, een beetje bij toeval, op het groepje vechtersbazen. Verwijten werden heen en weer geroepen, volgens een getuige ging het er heftig aan toe. Hoor even mee en probeer te volgen wat er in het verslag staat:
“Dat hij - Van Gansen - meende dat hij, een zekere Mols die bij de commissaris was, een vaderlander was, maar dat hij nu toonde dat hij een deugniet was” Daarop antwoordt Mols: “ Dat hij - Mols - een betere vaderlander was dan zij allen zouden worden”. Van Gansen dient direct van wederwoord: “dat het hem speet dat hij, Van Gansen, Mols nog niet gesleghen en hadde vandaeg”. Mols repliceert daarop dat “hij - en hij doelt hier op commissaris Van Looy - nog te spreken is, maar voorzichtigheidshalve toch maar huiswaarts keert”. Kan u nog volgen?
In elk geval, de getuige lag de hele tijd achter de struiken en kon alles horen. Hij verklaarde verder, dat eerst de commissaris, bedreigd en beledigd op zijn paard is weggereden, en dat later ook Mols probeerde te ontkomen…. al hoorde hij deze laatste wel nog roepen “blijft van mijn lijf”! Iets in mij zegt dat hij ook in de klappen gedeeld heeft.
Met 4 mannen ging van Gansen de commissaris achterna; de man achter de bosjes verklaarde nog dat hij de rest van de groep precies met kerkklokken zag voorbij komen…
Voor de mensen die Tongerlo en Westerlo een beetje kennen, commissaris van Looy werd aan het Hof van Overwijs, ooit een bekend restaurant en discotheek, door Van Gansen en Co ingehaald.
Naar eigen zeggen zong Van Looy moedig luidop in de donkere dreef:
“De wet alleen zal meester zijn
Tot aan den oever van den Rhijn
Wij vreezen voor geen keizer meer
nog voor prelaat, nog prins nog heer.”
Als je natuurlijk na een bijna vechtpartij dergelijke fransgezinde liederen zit te zingen op de rug van je paard, dan kan u het vervolg al raden. Van Gansen en zijn mannen overvielen de commissaris, sleurden hem van zijn ros en bezorgden hem, volgens de getuigenis van de chirurgijn, 3 zware hoofdwonden en een zwaar gekneusde linkerarm. Ze pakten ook zijn sabel af! Amai, straffe daad wel, de chef van de politie een pak rammel geven, ge moet het maar durven. Het geeft ook aan hoe hoog het zat bij de lokale bevolking!
En hoe weten we dit allemaal? Wel, dankzij de getuigenis van de commissaris zelf, NA de feiten wel te verstaan. In zijn versie waren er 5 boeven, Van Gansen en 4 anderen. Hij noemt ze allemaal bij naam. Dat hij Van Gansen kende da’s duidelijk, maar sommige van de oproerkraaiers kende hij enkel via ‘van horen zeggen’, van een boer uit Herselt, die het had gehoord van de huisbewaarder van het kasteel van Merode in Westerlo, die het op zijn beurt dan weer was te weten gekomen via de weduwe Bosquet… of dat dan ook klopte, zo nauw nam men het destijds niet, van de GDPR regels hadden ze toen nog niet gehoord.
Maar ondanks het feit dat de daders gekend waren bij de commissaris, slaagde hij er weer niet in Van Gansen en co te laten straffen, want dat moest gebeuren door vrederechter Wuyts, en ja, zoals u weet, die twee konden echt niet samen door 1 deur! Van Looy klaagde bij zijn superieuren dat de vrederechter blijkbaar steeds partij koos voor de monniken (die van Tongerlo in dit geval) en van de Oostenrijkse keizer… en daar was wel iets van aan, want later tijdens de Boerenkrijg wordt Wuyts ervan verdacht een paar leiders van de opstand in zijn huis te hebben ontvangen… Toch zal hij in functie kunnen blijven, ook na de opstand!
Maar hoe hard Jozef van Gansen ook geprobeerd had de sluiting te verhinderen, de kerk van Tongerlo ging dicht!
En als u luisteraar nu denkt dat na deze escapade de rust wel zou terugkeren, dan heeft u het mis. De spanning bleef te snijden in en rondom Westerlo en vooral van Gansen liet zich, opnieuw, niet onbetuigd, hij had de smaak te pakken!
Ergens in oktober 1797 weigerde de pastoor van Westerlo, de zeereerwaarde heer Van Roy, kanunnik van de abdij van Tongerlo en vriend des huizes bij de van Gansens, de eed van trouw te zweren aan de Republiek, net zoals vele pastoors vooral op den buiten hem dat zouden voor én nadoen. De klassieke reactie volgde onmiddellijk: de Fransen zetten de pastoor uit zijn ambt, sloten de kerk en schaften de eredienst in Westerlo simpelweg af!
Wat pastoor Van Roy (van Reuy op z’n Kempens) hier deed, was echt wel moedig, want er werd jacht gemaakt op onbeëdigde pastoors! Hiervoor werden er nauwkeurige lijsten opgemaakt van de weigerachtige, fanatiekelingen, allez in de ogen van de Fransen hé… en bijna 900 namen van geestelijken kwamen op de deportatielijsten… en eens je naam op de lijst, kon je best maar heel snel onderduiken, wegvluchten,... want allen hing verbanning boven het hoofd. Eén van de bekendste slachtoffers van deze repressie was Eerwaarde Frans van der Sloten, de Turnhoutse deken van het Sint Pieterskapittel. Ook hij weigerde de eed, dook onder, maar werd toch opgepakt in januari 1798 en naar Cayenne op Guyana gedeporteerd; 10 maanden later overleed hij daar in gevangenschap, ziek en uitgeput door het harde regime. Ook de Westelse pastoor ging zich verstoppen… en waarschijnlijk maar goed ook. Hij is nooit gepakt geworden!
Nu, bij de sluiting van de Sint Lambertuskerk van Westerlo, ontvreemden de Franse soldaten of gendarmes, da’s niet helemaal duidelijk, en passant de grote monstrans van de patroonheilige uit de sacristie. Pas op hé, dat gouden en zilveren kleinood waarin de geconsacreerde hostie wordt gepresenteerd, was heel kostbaar en waardevol, en niet enkel op financieel vlak. Op het kunstwerk stond en staat trouwens een Laatste Avondmaal afgebeeld… toeval? Op de weg terug naar Herentals - hun garnizoensplaats - doken de plunderaars in Olen de kroeg in, om te drinken op hun mooie buit! Toen ze ‘s nachts redelijk aangeschoten, mee een stuk in hunne frak, weer wilden vertrekken, wel… toen stonden van Gansen en enkele van de zijn companen hen buiten op te wachten. Na een kort maar hevig gevecht, wisselde de monstrans weer van eigenaar. In triomf werd het gestolen Venerabel, das een ander woord voor monstrans, weer terug naar Westerlo gebracht! Op zijn oude dag was Van Gansen best trots op deze daad. Veel sprak hij blijkbaar niet over de Boerenkrijg, maar wel over die ene overval die hij misschien pleegde omdat hij pastoor Van Rooy persoonlijke kende… Het is maar hypothese… Trouwens, deze Sint Lambertusmonstrans staat heden ten dage nog steeds in de kerk van Westerlo als ik goed ben ingelicht tenminste…
Met de sluiting van de kerken en de jacht op de priesters zonder eed, begon de Beloken Tijd - en die zou blijven duren tot Napoleon het Directoire van de macht stootte (op 9 november 1799) en de Katholieke eredienst weer werd toegelaten, maar wel onder de voorwaarde van een duidelijke scheiding tussen Kerk en Staat! Hierdoor verloor de geestelijkheid definitief haar grote politieke invloed, die ze sinds mensenheugenis in pacht had gehad!!
En wat moest er nu zo’n in het geheim gebeuren, in het geniep, zoals ik me aan het begin van deze aflevering heb afgevraagd? Wel, de clerus en de geloofsbelijdenis van een groot deel van de bevolking ging underground, zoals we dat nu zouden zeggen… Missen werden in het geheim opgedragen, soms in kerken net over de grens van de Bataafse Republiek, in Nederland dus; of gewoon bij de mensen thuis. Pieter Corbeel, drukker uit Turnhout, onthoud die naam beste luisteraar, die drukte regelrechte sluikpers, een boekje om de mis te kunnen doen zonder dat er een priester aanwezig was… in vele parochies was er ook geen pastoor meer… velen werden verstopt gehouden door hun parochianen, de gendarmes kregen ze maar niet te pakken. De bevolking bleef verweesd achter, verstoken van hun religieuze houvast in het leven! Voor ons vandaag lijkt dat misschien niet zo dramatisch, maar ik denk dat we de impact echt niet kunnen of mogen onderschatten van deze situatie!
En toch, hier en daar ging er kerk weer open… om de priesters, maar dat waren er niet zo veel, die de eed WEL hadden afgelegd, een plek te geven voor hun mis! Dit gebeurde vooral in de steden, want daar woonden meer Republikeinen, ook onder de clerus. Zo was bijv de Sint Waldetrudiskerk van Herentals wel geopend, omdat pastoor Van Kessel, een Vonckist, dus niet zo behoudsgezind, de eed van trouw aan de staat wel had afgelegd. Als garnizoensstad waren er ook Franse militairen ingekwartierd… een beetje druk van binnenuit kon ook helpen om de republikeinse ideeën een extra duwtje in de rug te geven…
En de Directeurs uit Parijs deden rustig voort hé… Op 17 oktober 1797 werd DE Tempel der Onwetendheid gesloten! ha… ik laat u even een momentje om zelf te bedenken wat die tempel dan wel was…. een tip… de REDE is de basis van alle wijsheid…. idd beste luisteraar, de universiteit van Leuven werd gesloten; gedaan met dat religieus gedoe daar aan de Dijle moeten ze op het Ile de France gedacht hebben!
We maken een klein sprongetje in de tijd, de Beloken Tijd! Een flink deel van de bevolking in de Verenigde Departementen beleefde trieste tijden… de jacht op de clerus bleef duren, de missen waren schaars of werden clandestien gehouden… zo nu en dan is er een opstootje, pleegde men verzet door ontmaskerde geestelijken alsnog uit de klauwen van de gendarmes te halen… voedselprijzen en de belastingen bleven hoog… En dan plots, gaat de lont in het kruitvat! We zijn 5 september 1798, een nieuwe wet wordt uitgevaardigd… en deze keer had ie niks van doen met religie… nee, het was de befaamde, beruchte wet op de Dienstplicht of de Conscriptie… in de volksmond beter bekend als de “Bloedwet”! Zou de timing express gekozen geweest zijn? Want we zijn dag op dag 1 jaar na de gehate wet op de eed van trouw en haat!
In de wet werd voorzien dat elke Franse staatsburger, dus ook bij ons in ZNL, tussen de 20 en de 25 jaar verplicht in het leger moest, en wel voor 5 jaar (in tijden van oorlog was de dienstplicht zelfs onbegrensd in tijd!)! Alle mannen van genoemde leeftijdscategoriën werden verplicht zich bij hun municipale overheid te laten registreren op een lijst, vandaar de naam “conscrits” of conscriptie in het NL. Op basis van die lijsten werd dan Iedereen van dezelfde leeftijd in een klasse ingedeeld. Volgens het systeem van loting werden de rekruten dan opgeroepen.
Nu het idee van de dienstplicht was iets nieuws, iets heel revolutionairs zelfs! Want voor de eerste keer werd er een permanente wervingsreserve voor het leger aangelegd. Daar was nood aan omdat er bijna steeds oorlog dreigde en vaak ook was tussen Frankrijk en de Europese Coalitie. En uit de Revolutionaire Pijler van de Liberté, vloeide voort dat de verdediging van dé Vrijheid en van Moeder Vaderland (la mère Patrie) als een burgerplicht werd gezien! Maar da’s natuurlijk rapper opgeschreven in een wet dan opgelegd aan een bevolking die er absoluut geen idee had wat ze ermee aan moest…. Voor de meeste mensen werd deze wet als heel onrechtvaardig ervaren, want plots moesten “onze zonen” hun leven, hun bloed gaan geven op de slagvelden van Europa in naam van de Franse Republiek. Vandaar trouwens de naam “Bloedwet”.
In de municipals vreesde men verzet en oproer; heel wat agenten durfden de wet zelfs niet af te kondigen uit angst voor eigen leven… herinner u de wet op de haat… en ze zouden gelijk krijgen. Op 24 september volgde er een eerste uitvoeringsbesluit vanuit Parijs, tienduizenden conscrits werden effectief onder wapens geroepen. De druk op de municipale agenten werd steeds groter, want de conscriptielijsten moesten gemaakt worden… en vanaf oktober 1798 werd de wet dan ook overal geproclameerd; bijna onmiddellijk braken er onlusten uit. Op meerdere plaatsen in de ZNL troepten de door de wet geviseerde conscrits samen en dit zette een kettingreactie van oproer in gang… de opstand, den Boerenkrijg was begonnen.
We spreken nu al een hele podcast door van “den Boerenkrijg”, maar da’s een uitvinding van veel later hé - nee sorry, ik mag niet liegen, er was 1 kroniekschrijver die deze naam al in 1798 had neergeschreven - maar daarna, daarna duurde het tot 1853… wanneer onze vriend Conscience - alweer hij - over de guerre des Paysans of den Boerenkrijg schrijft. En na hem, wel, de heroïek van de naam sprak blijkbaar zó tot de verbeelding dat men enkel deze nog bezigde in onze geschiedschrijving! De BOERENKRIJG, ja… (beetje al zuchtend). De Fransen hebben de opstand echter nooit zo genoemd, wel “la rebellion de l’an VII”, de opstand van het jaar 7, een rebellie van struikrovers, van dieven, schurken en loebassen, en meer van dat fraais! Maar ook de boerenkrijgers zelf gebruikten de term niet. Zij hebben zichzelf nooit boeren genoemd, nee, zij gebruikten ronkende namen als dé patriotten, de brabanders of dé Jongens, met een hoofdletter zelfs.. jongens in de zin van “de lads” zoals ze dat nu nog in het Engels gebruiken… maar boeren, no way! De meeste conscrits waren trouwens geen boeren, maar wel hun knechten en dagloners! En de leiders, wel, die behoorden tot de burgerij van de kleinere steden en gemeenten in de Kempen, ook daar was boers aan bij wijze van spreken!!
12 oktober 1798, Overmere, Oost-Vlaanderen. Een deurwaarder komt beslag leggen op de goederen van een wanbetaler… enkele jongemannen van het dorp grijpen naar de wapens en verjagen én de deurwaarder en en passant ook alle republikeinse ambtenaren uit hun dorp. Franse soldaten uit Gent waren snel ter plaatse om de orde te herstellen, alleen was dat olie op het vuur; ze waren het dorp nog niet uit of er braken opnieuw onlusten uit, en nu zocht men de conscriptielijsten! Het vuur van verzet verspreidde zich snel over het Land van Waas, het Scheldedepartement, het Dijledepartement, sommige regio’s in Wallonië… overal braken er onlusten uit… Dit incident in Overmere wordt traditioneel beschouwd als hét begin van de opstand…. maar eigenlijk moet dit gerelativeerd worden! Er braken nl. op meerdere plaatsen tegelijk “spontaan” onlusten uit waarbij de conscriptielijsten werden geviseerd en vernietigd, de lokale functionarissen werden verjaagd of bedreigd en vrijheidsbomen omgehakt… het waren gewelddadige uitbarstingen van onvrede door de jarenlange onderdrukking… maar het waren eerder bendes, losse groepjes jonge gasten, zonder echte leiders en vooral zonder militaire organisatie die zich openbaar tegen de Franse dwingelandij keerden. Ze probeerden wel zoveel mogelijk dorpen mee te krijgen in hun verzet… maar dat verontrustte de Franse overheid nog niet echt. Voor het Franse Ministerie van Oorlog, dat is gebleken uit een rapport van eind oktober 1798, brak de Boerenkrijg wel degelijk in het Scheldedepartement, maar wel pas op 19 oktober 1798… EN, al deze aanvallen tegen het centraal gezag werden vrij snel onderdrukt door simpelweg het leger in te schakelen…; tegen 1 november 1798 was de ‘opstand’ in de meeste departementen uitgeraasd, zij het met het nodige bloedvergieten! In het Waasland, met name in Haasdonk en omstreken vielen er heel wat slachtoffers; op 23 oktober werden er 41 opstandelingen in Mechelen tegen de muur van Sint Rombouts standrechtelijk gefusilleerd, ze dienden als voorbeeld, als afschrikmiddel! En op vele plaatsen heeft dat ook gewerkt en heeft de Boerenkrijg nIet langer dan een 14-tal dagen geduurd, was hij al voorbij voor hij eigenlijk goed begonnen was. In de grote tot middelgrote steden heeft de opstand zelfs geen poot aan de grond gekregen, was er zelfs tegenstand van het Republikeins deel van de bevolking.
Maar, de focus van deze podcast ligt op Jozef van Gansen en zijn rol in de opstand, en als dusdanig komt de scoop automatisch te liggen op de Antwerpse Kempen en een kleine beetje op Brabant… en, “gelukkig” voor ons verhaal, tss haakjes wel te verstaan, lagen de papieren daar toch heel anders… ! De bom die alles deed barsten was in de Kempen net zoals elders de aan en even later afkondiging van de conscriptiewet. De lokale bevolking was het ook spuugzat.. maar anders dan elders, ging men in de Antwerpse Kempen een stap verder in het verzet…
We zijn begin oktober 1798: Jozef van Gansen, Albert Meulemans en een zekere Theodoor van Dyck komen in het geheim samen, waar, dat antwoord moet ik u schuldig blijven, maar het zal wel ergens in de buurt van Westerlo zijn geweest. Maar waarom in het geheim? Wel, de wet op de conscriptie was ook voor deze voormalige kapiteins van de Brabantse Omwenteling de druppel… ze moesten actie ondernemen, en wel snel, want tegen 20 oktober zouden de eerste lotelingen uit de ZNL zich al moeten gaan aanmelden als soldaat in het Franse leger! En ze moesten doortastend zijn, passief verzet of eens één of andere franskiljon een pak slaag verkopen, zou hier niet meer helpen…. nee, ze planden de vorming van een heus Brigandsleger, een leger vol struikrovers volgens de Franse definitie, weet u nog beste luisteraar, in de 1e aflevering… wel met dat legertje vol dieven en boeven ging men die Fransen voor eens en voor altijd buiten zwieren… Enkele dagen later, op 6 oktober werd er vanuit het leger van Geel de oproep uitgestuurd naar Tongerlo en omstreken om dienst te nemen in het leger van de Brigands… de actieve werving olv Meulemans was begonnen; op veel plaatsen in de Kempen werden er legertjes gevormd, in Arendonk, in Herentals, Turnhout, Mol… en o ironie, voor de conscrits was de inlijving in het “Belgische leger” trouwens verplicht… als er bij waren die dachten aan hun “legerdienst” te ontsnappen, dan kwamen ze bedrogen uit… al zouden ze nu waarschijnlijk wel in hun achtertuin ten strijde trekken.
Er was in de A’pse Kempen dus sprake van een zekere ‘militaire’ organisatie, wat elders niet het geval was. Van Gansen en Co hadden ook iets meer tijd, omdat er in de Kempen bijna geen Franse garnizoenen waren… de troepen moesten speciaal uit de Bataafse Republiek worden overgeplaatst. En het is pas als dat gebeurt, dat de strijd echt losbarst, en dus ook langer zal duren dan in de rest van de Verenigde Departementen.
Nu, pas op met de term leger en werving hé… u moet er zich niet té veel bij voorstellen. In elke parochie werd 100 man gevraagd, niet dat ze die kregen hé; de leiders waren lokale mannen, vaak veteranen uit de BO; zij reden te paard; de rest was gewoon voetvolk. De lokale Jongens, zo noemden de Brigands zichzelf, namen enkel bevelen aan van de leiders die ze kenden; het was een komen en gaan, een erg los verband… sommigen ‘strijders’ gingen ‘s avonds zelfs gewoon naar huis slapen. En wat was dan het uiteindelijke resultaat van deze eerste grootschalige werving? Een leger van om en bij de 2 à 3000 man sterk, als ALLE compagnieën samenkwamen! Volgens de Fransen waren het er veel meer.. maar ja, die zochten in hun rapporten vooral eer en glorie! Het Kempense Leger had geen echt opperbevel, eerder een soort generale staf waar ieder zijn zeg had. Maar toch lijkt het erop dat vooral Jozef van Gansen werd gezien als dé aanvoerder van het Brigandsleger dat nog groter in aantallen zou worden en vanaf november in de Kempen opereerde.
Het leger der Brigands was echter slecht uitgerust! De oudgedienden van de BO hadden hun karabijn of jachtgeweer nog… de meeste conscrits niet meer dan een knuppel! De Fransen noemden het Kempense leger om die reden trouwens het knuppelleger. Weet u nog beste luisteraar, mijn beschrijving van de schoolplaat aan het begin van de podcast? Die menigte met rieken en zeisen, wel, da’s dus een fout beeld hé, maar het zo ingeburgerd, ingelepeld door oa de manier waarop Conscience ons naar de Boerenkrijg heeft doen kijken! In het echt waren er niet veel zeisen of dorsvlegels te bespeuren! Er werd gevochten in de dagelijkse werkkledij, alsof de strijders recht van hun werk kwamen; uniformen waren er niet… als herkenningsteken droegen de conscrits een armband in de “Belgische kleuren”, de kleuren van de BO of in de vorm van een kruis. De vaandels waren wit van kleur en beschilderd met een diep rood kruis, de verwijzing naar het geloof is duidelijk. Zelfs de wapenschilden van de oude, afgeschafte gilden en Rederijkerskamers werden meegedragen … het was allemaal heel traditioneel, behoudsgezind, men wilde ECHT echt terug naar vroeger!
We zijn zondag 21 oktober 1798, in de bossen tussen Zoerle Parwijs en het reeds genoemde Herselt, troepen enkele honderden jonge mannen samen aan de boorden van de Grote Nete. Naar eigen zeggen, en we weten dat uit latere verslagen van gevangen genomen Jongens, kwamen ze bijeen om wraak te nemen op de municipale vertegenwoordigers van Westerlo omdat ze het aangedurft hadden de Bloedwet af te kondigen. Hun doel: de geboorteregisters bemachtigen en vernietigen om zo de conscriptie te verhinderen. Hun leiders? Onder andere Jozef van Gansen en die stuurde de hele bende naar het kasteel van de Merode waar het Franse bestuur zich gevestigd had! De meute beukte de poorten open en ze verjoegen de aanwezige gendarmes en al het personeel. De archieven werden geplunderd en de conscriptielijsten vernietigd! Daarna trokken ze door naar het dorp van Westerlo zelf; de vrijheidsboom moest er direct aan geloven! Republikeinse ambtenaren kregen een pak slaag en konden niet anders dan wegvluchten, uit schrik voor hun leven!
Het volgende doelwit van van Gansen en zijn Jongens was de abdij van Tongerlo, waar de zaakwaarnemer van P. De Meulenaer, de opkoper van de abdij van Tongerlo, bezig was alles af te breken. Diene mens heeft heel hard moeten lopen om het er levend vanaf te brengen… Op kop van 2 compagnieën van 500 goed bewapende mannen (geworven in Westerlo, Tongerlo en dorpen in de buurt) trok Van Gansen door naar Geel. Als echte patriotten waren hun hoeden getooid met de tricolore van de Verenigde belgische staten uit 1790.
In de Geelse Vrijheid braken lokale conscrits de kerk open, luiden ze de stormklokken en vernietigden de archieven van de burgerlijke stand om zo de conscriptie te saboteren. Om meer Gelenaars mee te krijgen beklom Theodoor Van Dyck - intussen de schatbewaarder van het Brigandsleger - het podium op de Grote Markt en hield er een zeer vurige toespraak: “Burgers en inwoners van Geel, de tijd is gekomen om de wapens op te nemen en mee te vechten voor Vaderland en het Katholieke geloof!”. In Mol speelden zich op hetzelfde moment gelijkaardige taferelen af!
Op 23 oktober deed van Gansen zijn intocht in Geel. Hij manifesteerde zich als dé commandant van de Brigands, dé commandant supérieur zegt de eigentijdse tekst letterlijk. Ik zie hem al binnenrijden op zijn paard aan het hoofd van zijn 2 compagnieën, bijna als een Napoleon. Op de Markt aangekomen sprong hij plots van zijn paard, nam een bijl van een van zijn mannen en kapte de Republikeinse Vrijheidsboom zonder pardon om. In de plaats plantte hij een groot ijzeren Katholiek Kruis! Geel was stevig in handen van de patriotten. De inwoners werden gedwongen hun wapens en poeder in te leveren en de municipaliteit werd een oorlogsschatting van 200 gulden opgelegd, te betalen aan Van Dyck!
Vanuit Geel zou er nu een militaire actie volgen op Herentals; Lier en Turnhout komen in het vizier…. de oorlog tegen de Fransen was nu echt begonnen. Hoe die verder zou verlopen en wat er met Jozef van Gansen zou gebeuren, dat vertel ik u luisteraar graag in de volgende aflevering. Tot dan.