Historische Vertelsels

7.1. Martial Van Schelle - E1: op "Diepte" en de ramp van WO I (1899 - 1918)

Gids 53 Season 7 Episode 1

Deze 7e reeks vertelt het levensverhaal van Martial Van Schelle, een vergeten "Bekende Belg" uit Merksplas. Martial was is zijn tijd een echt fenomeen, gekend in binnen- én buitenland. Hij groeit op in een welgesteld gezin in de Kempen. Zijn beste vrienden zijn landlopers en schooiers uit de Kolonie van Weldadigheid van Wortel. Martial zit vol kattekwaad en avontuur, hij is berucht in de buurt! Den "Ti", zijn roepnaam, reist ook veel naar Amerika, het thuisland van zijn moeder. Hij is bij de familie in Illinois, wanneer WO I uitbreekt.... Moeder Annie neemt de boot terug naar Europa... de Lusitania. Het is 7 mei 1915. Veel luisterplezier.  Volg de podcast hierboven en krijg automatische updates! 

"Text me je feedback" Jo

Volg de podcast en krijg automatische updates!
@luisteraars op Spotify en Apple Podcast: niet vergeten te raten aub.

Jacob STORCK, Louis EVERAERT, Paul GELEMIE, Frederik MOHRFELD, Jan HERTOGHE, Armand BROECKAERT, Nestor FALISE, Alfons VANROME, Michel LOWENWIRTH, Martial VAN SCHELLE!

Beste luisteraar, u was net getuige van de terechtstelling van 10 gijzelaars op de executieplaats van het Fort van Breendonk. Het is 15 maart 1943. Misschien was het wel even schrikken voor u, om de podcast op deze manier te starten. Excuses mocht het zo zijn! 
Wraak! Dat is hier het sleutelwoord! De genoemde mannen, allen in Geiselhaft, hebben net de dood gevonden als vergelding voor de moord op 2 gekende collaborateurs in Brussel, Jan Acke en een zekere Boisbourdin, onderofficier in het Waalse SS Legioen van Léon Degrelle. De boodschap naar het gewapende verzet was duidelijk: indien jullie moordaanslagen plegen op Duitsers of op medestanders, dan gaan wij, als bezettende overheid,  een stap verder, een hele grote stap verder, want we nemen wraak in veelvoud! Als u wil weten hoe het systeem van Geiselhaft en vergelding werkt, dan verwijs ik graag naar de 4e reeks in deze Podcast over het leven van Louis Boeckmans; in episode 2 leg ik dat piekfijn uit. 

De laatste in de rij die ik zonet vernoemd heb, was Martial Van Schelle. Zegt deze naam u iets? Ja, wow, u kent uw gewijde geschiedenis beste luisteraar! Heeft u nog nooit van Martial gehoord? Da’s ook ni erg hé, heel veel mensen kennen hem niet meer, maar ooit is dat wel anders geweest. Van Schelle was in zijn tijd een BB, een bekende Belg, een naam als een klok, die vreemd genoeg vervaagd is met de tijd. Heeft zijn levenseinde daar een bepalende rol in gespeeld, misschien wel. Dus dacht ik, en ik loop al 2 jaar met het idee rond, hoog tijd om daar verandering in te brengen en een ‘Historisch Vertelsel’ te maken rond een figuur met een op zijn zachtst gezegd behoorlijk avontuurlijke levenswandel… een levensverhaal dat begint in de Kempen in de laatste jaren van de 19e eeuw.

1820, de Hollandse Tijd. In Merksplas en Wortel, 2 dorpen in de Kempen, worden 2 koloniën van Weldadigheid geopend om armoedzaaiers, landlopers en bedelaars op te vangen en te werk te stellen. Als u het laatste jaar het nieuws gevolgd hebt, dan weet u dat beide instellingen nog steeds bestaan - in een iets andere hoedanigheid - en sinds 2021 zijn opgenomen als UNESCO werelderfgoed. U vraagt zich waarschijnlijk wat dit te maken heeft met Martial van Schelle? Wel, alles eigenlijk. Want tussen de gesloten kolonie van Merksplas en de open instelling van Wortel ligt de Markvallei - de Mark is een riviertje dat in Merksplas ontspringt. 
Met de koloniën kwamen er mensen van alle allooi naar de Noorderkempen: niet alleen landlopers en schooiers, maar ook gedetineerden, arme gezinnen en in hun zog ook het nodige personeel voor de instellingen én advocaten en juristen, iemand moest toch de nodige juridische bijstand voorzien voor al die mensen die met de arm der wet in aanraking waren gekomen. 

En één van die advocaten was een zekere Albert Van Schelle uit Brussel. Deze rijke vrijgezel kocht zich rond 1880 een "perceeltje" grond in Merksplas van een slordige 47 hectare!  Het was - en is - gelegen in het gehucht “Diepte”, een lager gelegen plaats in het dal van de Mark. In die jaren kochten wel meerdere kapitaalkrachtige stedelingen grote stukken grond op in de Kempen om er landerijen van te maken. Zo ook dus Albert Van Schelle. Hij bouwt een grote villa met boerderij in het midden van zijn domein met ernaast een paardenmanege en nog enkele kleinere hoeven die bewoond werden door lokale boeren. Hij was dol op paarden. Hij reisde de hele wereld rond om met zijn volbloedpaarden mee te doen aan prijskampen en business te doen op gerenommeerde paardenmarkten.

Onzen Albert was naast advocaat ook lid van het “prille (opgericht in 1864)” Internationale Rode Kruis. Ook in die hoedanigheid was hij veel onderweg en op één van die reizen ontmoette hij een Amerikaanse jongedame die naar de naam Anne - Annie voor de vrienden - Marvin-Fowler luisterde. Volgens de ene bron ontmoette hij haar in de USA, volgens andere bronnen zag hij haar voor het eerst in Zuid Afrika, ten tijde van de Boerenoorlog die het British Empire daar uitvocht met de lokale “boerenbevolking”, tss haakjes dat laatste. Albert zou er 4 jaar in krijgsgevangenschap hebben doorgebracht, vermoedelijk dan als uitvloeisel van een functie die hij uitoefende voor het Rode Kruis. En ook Annie werkte daar voor de hulpverleningsorganisatie. Wat er ook van zij, Annie was een pak jonger dan Albert, een jaar of 15 wel, maar de liefde was blijkbaar groot en onze tortelduifjes stapte in het huwelijksbootje in Chicago op 11 september 1898. In de lente van het jaar erop nam het kersverse koppel opnieuw de boot, deze keer een echte en een hele grote, die hen over de grote plas weer naar Europa bracht, naar Merksplas, naar “Diepte”. Wat was de verwondering groot op het domein, want de baas was jaren weggeweest en ineens stond hij daar met zijn kersverse bruid… twas verschieten denk. Annie was intussen ook zwanger en op 6 juli 1899 wordt hun enige kind, Martial Albert Van Schelle Fowler geboren. 

Weet u nog beste luisteraar, in de podcast over Passier Borreman, dat ik me afvroeg wat die voornaam wil zeggen? Of bij Emmanuel van Gansen? Wel, bij Martial heb ik dat ook altijd gehad. Waarom noemt iemand zijn zoon nu Martial? Wat grasduinen online leert dat het eigenlijk een Latijnse naam is, die wil zeggen: aan de God Mars gewijd en dat de naam vooral voorkomt in Frankrijk en België. Er was ooit in de 3e eeuw ook een Bisschop Martialis van Limoges, maar die werd als martelaar verscheurd en opgegeten door de leeuwen in één of andere Romeinse arena. Naar wie van de 2 onze Martial uiteindelijk werd vernoemd dat kan ik u niet met zekerheid zeggen. STE170
In elk geval, al van kindsbeen af werd Martial “TI” genoemd, da bekte beter zeker hé. Onzen “Ti”, typisch eigenlijk als ik er nu over nadenk… onzen Tist, onze Swa, onze sooi, sus… teveel om op te noemen, allemaal inkortingen van té lange voornamen denk ik dan. Vandaag is er trouwens nog steeds een straat in Merksplas, die de Ti Van Schellestraat heet.

Ti van Schelle groeit op in een rijke familie. Vader Albert heeft heel weinig tijd voor hem; die is helemaal ingenomen door zijn paarden en zijn werk voor het Rode Kruis. En als hij er is, dan is hij heel toegeeflijk voor zijn zoon… Ook moeder Annie gaat nog mee op missie én ze had een nieuwe bezigheid gevonden voor op de boerderij; ze kweekte sierkippen, en wel 1 bepaald type: de Brakelhoen! Dat soort kiekens scharrelden destijds op elke Kempense boerderij rond. Annie deed er in binnen- en buitenland prijskampen mee, tot in haar thuisland Amerika toe. En  omdat zij er de Engelstalige wereld mee afreisde en er veel succes mee had, net daarom staan die kippen vandaag bekend als Campines, uit de “Kempen” dus. Niemand heeft dus echt tijd voor Martial. 
Er is wel een gouvernante, maar die draait hij vlot rond zijne vinger zoals ze zeggen. In het begin krijgt Ti thuis les van een privé leraar… allez, als hij beslist op te dagen, en dat is enkel wanneer hij goesting heeft. En dat is zo vaak. Eigenlijk kan hij doen en laten wat hij wil op zijn domein, hij is er de koning te rijk, letterlijk. Zijn beste maat is de 12 jaar oudere Jan Nees, een van de stalknechten die instaat voor de paarden van vader van Schelle. Het is deze Jan die onzen To leert zwemmen in de Mark, een belangrijke mijlpaal in zijn leven, zo zal later nog blijken. Martial steekt behoorlijk wat kattenkwaad uit, op het af randje soms… Iedereen kende den Ti, zijn kwajongensstreken waren berucht in de buurt! Hij spendeerde veel van zijn vrije tijd bij de buren van Wortel-Kolonie. Een bende ‘foute vrienden’ zouden we nu zeggen. Maar de omgang met de landlopers en de vrijgevochtenen van deze wereld, zullen Martial vormen! In plaats van zijn privé les volgde hij de school van het leven! Ik geef u graag even een greep uit de vele fratsen die van hem gekend zijn.

Ooit kwam hij - Martial dus - op het idee om een geit af te richten als huisdier. Maar de geit bleek een koppige ezel te zijn, en dat botste met het nog koppigere baasje; dus na enige tijd ruilde Ti de geit voor… een varken. Hij leerde dat roze beestje van alle trucjes tot groot jolijt van het personeel op het domein. Het varkentje werd voor een kar gespannen en daarmee reed Ti naar de school in Wortel-dorp. Zijn vrienden laaide hij op onderweg! Groot feest in de kar, dat kan u zich inbeelden. Maar het zwijntje werd een zwijn, veel te groot voor de kar, dus schakelde Ti over op een ezel. Die 2 konden het goed met elkaar vinden, tot Martial zijn oog liet vallen op een fiets!!! Beste luisteraar, we spreken hier begin van de 20e eeuw. Dat was enkel voor rijke mensen hé zo’n vehikel op 2 wielen. Hij reed er niet enkel mee rond, nee, Martial zou Martial niet zijn als hij er geen toeren mee uithaalde. Na veel oefenen en evenveel accidenten, lukte het hem om met de fiets over de hele lengte van de nok van het dak van de schuur te rijden, tot het dak op een bepaald moment ophield en Martial met velo en al naar beneden dook (fietscrash). Avontuurlijk zegt u? Zeker, maar het kon nog straffer en nog rapper. Hij spande ooit 2 kabels tussen de top van een hoge boom en voet van een andere. Hij fabriceerde vervolgens een houten kist, trok die tot in de nok van de hoge boom, kroop er in en liet zich tegen een waanzinnige snelheid naar beneden glijden over die kabels; pas op het allerlaatste moment sprong hij uit de kist, die dan te pletter sloeg tegen de andere boom. In de buurt werd hij bekend, berucht zelfs, om zijn waaghalzerij. En dat spelleke met die kist deed niemand hem ooit na hé, tenzij Jan Nees, zijne maat… maar die heeft het maar 1x gedaan… hij sprong te laat uit de kist…(crash)


Er zijn er nog meer van die grollen bekend, maar die moet u zelf maar eens opzoeken of lezen… u kan zich nu wel voorstellen hoe een avontuurlijk en liederlijk leven Ti Van Schelle leefde als kind en jonge knaap… en dat avontuurlijke, risico’s durven nemen, dat zat in zijn bloed, ook als volwassene, ook als ondernemer. Onthou het maar beste luisteraar. 
STE169


Music


1904, 1 juli… (ship horn + seagulls), de SS Saint Andrew meert aan in de haven van New York City. Deze steamer was 2 weken voordien vertrokken in Antwerpen. Voor mij ligt er hier een copij van de “Manifest of alien passengers for the US Immigration service” van desbetreffend schip. Herinnert u zich nog de passagierslijsten die ook in de podcast over Israel Neumann werden gebruikt en geciteerd? Nee, luister alvast naar aflevering 1 in de reeks, daar komt u er alles over te weten over hoe ze tot stand kwamen. In de lijst waar ik in zit te lezen springen er 4 namen in het oog: Albert van Schelle, 57 jaar, Ainée van Schelle (letterlijk ainée geschreven, Annie dus int Vlaams), 42 jaar, Martial van Schelle, 5 jaar en Madeleine Wolff, een dame van 34 jaar oud, uit Londen afkomstig. Zij is de bewuste gouvernante van Martial waar ik reeds eerder over sprak, de dame die niks aan hem te zeggen had… De hele familie is dus dat jaar vanuit Antwerpen naar Amerika gevaren. Vermoedelijk was dit ook de eerste keer sinds de geboorte van Martial, want vroegere overtochten dan 1904 heb ik niet kunnen vinden en op de vraag of ze ooit eerder in de US waren geweest staat er ja in het manifest, in 1898 meer bepaald, en dat was het jaar dat Albert en Annie naar België waren gekomen, weet u  nog? Bij Martial staat er logischerwijze “no” bij die vraag. Misschien wilden de ouders dat Martial oud genoeg was om de reis te maken, wie zal het zeggen. Nog volgens de lijst is vader van Schelle ‘agricultor en tradesman’, vrij vertaald, landbouwer en handelaar, wat wel klopt, want hij kweekt en handelt in paarden. Annie heeft geen beroep. Maar ja, ze zijn rijk hé… Hun purpose, hun doel van de reis? De familie bezoeken Illinois, dat is wat ze aangeven aan de douane ambtenaar die op het schip komt. Ze zeggen zelfs bij wie en waar ze zouden logeren, nl. bij Annie’s schoonbroer, E.P. Russel die aan de Goethe Street 208 in Chicago woont. Na 6 jaar zou Annie dus haar amerikaanse familie terug zien en zij zouden voor de eerste keer de kleine ‘Ti’ te zien krijgen. Het feit dat de gouvernante meereist, zegt ook genoeg, zij mag al die tijd op Martial passen zodat ma en pa hun zin kunnen doen. Hoe lang ze in de States zijn gebleven weet ik niet, het is pas in 1910 dat er weer nieuws is over Amerika en weer is het een reis over de grote plas.

In Antwerpen gaan Annie Fowler en Martial aan boord van de gloednieuwe SS Lapland, een bijna 200 m lange zeestomer van de Red Star Line. Ook de gouvernante is weer mee. Via een tussenstop in Dover meren ze in NY aan op 31 oktober 1910. Op de passagierslijst van de immigratiedienst staat de 11-jarige Martial geboekstaafd als “female”, vrouwelijk, hahaha, dienen douane-ambtenaar had echt niet goed gekeken denk ik. Opnieuw is de bestemming de familie in Chicago. Terwijl Ti en Annie de overtocht maakten in de sjieke 1e klasse, was Jan Nees, de stalknecht weet u nog, ook onderweg naar Amerika, maar dan wel op de Saint Andrew en niet in 1e klasse. Hij had nl. 148 Campines bij, de kippen van Madame Van Schelle. Hij komt 2 dagen later aan in NY.

Amerika wordt meer en meer een 2e thuis voor Martial; want op 14 december 1912 varen ze opnieuw met de Lapland vanuit Antwerpen naar NYC, op 2e Kerstdag zijn ze daar. Ti is nu 13. Het Manifest zegt dat hij de Belgische nationaliteit heeft, maar geboren is uit Amerikaanse ouders. Da’s ni helemaal juist zoals u weet. Hij wordt wel beschouwd als US citizen! Alvorens door te reizen naar Chicago, verblijven ze in het Wolcott Hotel in NY. Annie zal gedacht hebben, nog snel wat kerstinkopen doen in Manhattan, ik kan toch niet met lege handen bij de familie aankomen. Het Wolcott was een sjiek hotel dat in 1904 haar deuren opende net onder de Empire State Building en tot 2021 open was, op een foto van de lobby op booking.com is het precies of de tijd er was blijven stilstaan; jammer genoeg heeft Corona een einde aan gemaakt  aan meer dan 100 jaar hotel geschiedenis.

Martial en zijn moeder zijn nog steeds in Illinois wanneer de spanningen hoog beginnen oplopen in Europa. De 1e WO kondigt zich aan; ze besluiten om veiligheidshalve in Amerika te blijven terwijl vader Albert zijn tijd verdeeld tussen Brussel en Merksplas. 

Op 4 augustus 1914 gebeurt het ondenkbare, Duitsland valt België binnen; Het doel? Parijs! Na een dikke 2 maanden is ons land bezet, op die morzel grondgebied achter de Ijzer na; het Duitse offensief loopt echter vast aan de Marne en vanaf oktober begint in Frankrijk en België die verschrikkelijke loopgravenoorlog die 4 jaar zal duren en miljoenen mensen het leven zal kosten. Veel nieuws zal Annie niet gekregen hebben uit de ‘Diepte’. Was ze ongerust over het lot van haar man? Wilde ze haar rol binnen het Rode Kruis opnemen in België? Ik weet het niet, maar na enkele maanden in de oorlog, beslist ze om toch naar België terug te keren. Martial blijft in Amerika bij de familie.

1 mei 1915. Docks van New York City (meeuwen). In de vertrekhal zit Annie Van Schelle te wachten (geroezemoes uit Ellis Island van Neumann). Ze bladert wat achteloos doorheen de ochtendeditie van de New York Times. (U hoorde net een krantenjongen de ochtendeditie van de New York Times verkopen). Een advertentie op p3 trekt plots haar aandacht. De Keizerlijke Duitse Ambassade waarschuwt de Amerikaanse bevolking dat Engeland een oorlogsgebied is en dat schepen die varen onder Engelse vlag of de vlag van hun geallieerden kunnen en zullen aangevallen worden; reizen in Engelse wateren is op eigen risico, zo staat er te lezen. Ironisch genoeg staat er naast dat stuk, een annonce van de Cunard Company, de Britse rederij van het schip dat op vertrekken staat. De Lusitania, een luxe steamer van het formaat van de Titanic. Volgens Cunard is alles veilig! 

Annie heeft een overtocht in 1e klasse geboekt; ik heb wat foto’s gezien online, luxueus, da’s het minste wat je kan zeggen. De Lusitania vaart op Liverpool en van daaruit zal Annie dan op één of andere manier naar België doorreizen. België is bezet, dus hoe ze dat van plan is, blijft voor mij een mysterie. 
TOET TOET: In de namiddag verlaat het enorme schip (240 lang, 26m breedt en 20m hoog boven water en 4 metershoge schoorstenen) de kade in NYC, een trip van 8 dagen liggen voor haar.

Extra Extra, Lusitania sunk by German submarine, more than 1000 dead, buy your New York Times now, 1 penny only… Extra Extra, read all about it… Lusitania, fade out
Op 8 mei is dit de headline van de speciale editie van de NYTimes. Een Duitse onderzeeër, de U-Boot 20 blijkt wat later, heeft de Lusitania voor de kust van Ierland een dag eerder met 1 welgemikte torpedo de dieperik in gestuurd. Het schip bevond zich in de oorlogszone waar de advertentie voor had gewaarschuwd. Duitse spionnen hadden aangegeven dat de Lusitania naast passagiers ook munitie vervoerde voor de geallieerden en dat ze daarom een legitiem doelwit was voor de U-20. Bij later onderzoek in het wrak op de zeebodem, zou ook munitie gevonden zijn. Bijna 1200 van de 2000 opvarenden vinden de dood, vooral vrouwen en kinderen! 

Het strafste van het verhaal is nog dat de chef van de Britse Navy, een zekere Winston Churchill, en enkele andere hoge piffen,  wisten dat de U-Boot niet zo ver van Liverpool opereerde… een hardnekkig gerucht doet al meer dan 100 jaar de ronde, dat Churchill bewust de grote steamers NIET heeft laten waarschuwen, hij wilde bijna dat de Duitsers er eentje zouden kelderen… liefst een met veel Amerikaanse burgers aan boord. President Woodrow Wilson aarzelde nl om de US in de oorlog te betrekken, dus een daad van barbaarsheid als deze, zou hem mss op andere gedachten brengen…. niet dus… het zou nog 2 jaar duren, vooraleer Amerika zich echt engageerde in het conflict! 

Annie van Schelle had geluk en overleefde de ramp, al  vraag ik me af of ze eerst in het water is beland alvorens gered te worden door een van de sloepen. Samen met vele van de andere overlevenden wordt ze naar Liverpool gebracht waar ze in het hospitaal de eerste medische zorgen krijgt en weer op krachten kan komen. Na haar ontslag uit het ziekenhuis verblijft  ze  nog enkele maanden in Engeland, misschien wel in de hoop om toch nog naar België te geraken. Maar helaas! Uiteindelijk beslist ze om dan maar terug naar Amerika te varen, met alle gevaren van dien…; op 18 augustus gaat ze in Liverpool aan boord van de RMS Arabic II; een dag later wordt ook deze steamer van de Cunard Company in de Ierse Zee door een Duitse onderzeeër, de U-24, getorpedeerd. 44 passagiers komen om het leven… Annie van Schelle overleeft voor een 2e keer op 3 maanden tijd een scheepsramp! Zij had een serieuze guardian angel lijkt het mij! De overlevenden worden nogmaals naar Liverpool gebracht en Annie zal opnieuw een reis boeken om naar huis te geraken. Op 6 oktober gaat ze aan boord van de Lapland, dienen boot kende ze goed ondertussen… en na een voorspoedige reis denk ik dan maar, komt ze 7 dagen later aan in NY. Dat ze nog contact had met Albert blijkt uit de passagierslijst, want die verblijft ondertussen in Brussel, in het prestigieuze 5 sterren Hotel Metropole aan het De Brouckèreplein (wat trouwens ook definitief de deuren sloot ten gevolge van Corona)! 

En Annie zit niet stil. Als zeer actief lid van het Internationale Rode Kruis is ze in de weer om voedsel en kleding te regelen voor bezet België. In 1916 pakt ze opnieuw de boot richting Engeland. Uit het scheepsmanifest blijkt dat ze effectief ook in Brussel is geweest en er verbleef met de Algemene vertegenwoordiger van het Belgische Rode Kruis. Einde 1916 is ze weer thuis in Illinois. Enkele maanden later overlijdt ze in Springfield op 55 jarige leeftijd. Men leest bijna overal ten gevolge van de 2 scheepsrampen… als dat zo is, kan ik enkel maar bedenken dat ze tijdens een van de rampen een tijdje in het water gelegen heeft, en dat ze er longproblemen aan had overgehouden… dat zou kunnen, de uiteindelijke reden heb ik nog niet kunnen achterhalen. Ze stierf “a true patriot” staat er op haar graf.  

Voor Martial is moet het verlies van zijn moeder een enorme klap geweest zijn! Voor hem was het de schuld van de Duitsers, hij zou de Lusitania nooit vergeten!
6 april 1917. De Amerikaanse president Wilson verklaart uiteindelijk de oorlog aan Duitsland. De directe aanleiding was de Zimmermanntelegram, waarbij Duitsland aan Mexico vroeg om aan Duitse zijde deel te nemen aan de 1e WO. De Engelse geheime diensten hadden de telegram onderschept, ontcijferd en aan de Amerikanen bezorgd… Dit was de druppel die de publieke opinie in Amerika om oorlog deed roepen! Wilson en Amerika hadden sinds het begin van de oorlog heel veel industriële en financiële belangen in West Europa… Duitsland mocht de oorlog niet winnen… Geld en macht deed Amerika dus toetreden tot de oorlog. Churchill zal na het Lusitania-debacle wel content geweest zijn! 
Vanaf het midden van 1917 wordt er een expeditieleger op de been gebracht. In 3 golven kunnen Amerikaanse jongens zich laten registreren voor militaire dienst (in totaal zullen 24.000.000 mannen dat ook doen, ongeveer 2.000.000 van hen zullen de gevechten in Europa ook effectief meemaken). Ook den Ti laat zich registreren. Volgens de overlevering wil hij zo snel als mogelijk gaan vechten tegen die vervloekte Duitsers die verantwoordelijk zijn voor de dood van zijn moeder. Amper 17 jaar is hij wanneer hij in 1917 aan het Westelijke Front in Frankrijk wordt gedropt, bij de eerste Amerikanen… dit is de populaire versie van het verhaal. alleen is hij dan al minstens 18 jaar, want de eerste Amerikaans troepen verschijnen pas aan het Westelijke front einde oktober 1917, en dan nog in kleine aantallen. En er zit nog een aap in de mouw. De registratiefiche van Martial geeft aan dat hij op het moment van ondertekening 19 jaar is, dus zijn we al in 1918. En dat klopt, want de eerste 2 registratiegolven in 1917 waren voor mannen vanaf 21 jaar… Onzen Ti kon zich dus niet opgeven als vrijwilliger tot in september 1918, wanneer bij de 3e golf de leeftijd naar 18 jaar werd verlaagd! Hij zal enige tijd later, na een korte, gedreven en zware opleiding, wel inschepen naar het oude continent. Helaas heb ik hier niets van kunnen terugvinden voorlopig. Maar of Martial nog heel veel strijd gezien heeft, daar stel ik me toch vragen bij. Op 11 november 1918 was de 1e WO nl voorbij, zoals u weet beste luisteraar. Eindelijk voorbij. 

Martial keert na de gruwel van de loopgraven terug naar Merksplas, naar ‘Diepte’ waar hij zijn vader na jaren afwezigheid zal terugzien!

Hangt er over het oorlogsverhaal van Martial nog veel mist, dat hij geen grote liefde had voor de Duitsers na de feiten met de Lusitania, is mss nog een understatement, en dat zou later in zijn leven nog een belangrijke rol gaan spelen. Maar dat beste luisteraar, dat is voor de volgende aflevering, wanneer we den ‘Ti’ volgen in het interbellum en daarna. Alvast tot hoors.