CIP Podcast - voor meer kennis over informatieveiligheid
Met deze CIP-Podcasts delen we kennis over allerlei onderwerpen rondom informatiebeveiliging en privacybescherming. De podcasts zijn met name bedoeld voor professionals en bestuurders in de publieke sector en hun adviseurs.
CIP Podcast - voor meer kennis over informatieveiligheid
Privacy in de moderne praktijk, Publiek Vervoer Groningen Drenthe
In de moderne privacy praktijk spelen Privacy Enhancing Technologies (PETs) een steeds grotere rol. En terecht, want deze toepassingen bieden verantwoorde oplossingen voor tal van maatschappelijk relevante en lastige problemen.
Een voorbeeld hiervan is de bereikbaarheid van het OV binnen landelijke gebieden. Door het beperkte aanbod lopen de wachttijden op, dit is zeker een probleem voor inwoners die afhankelijk zijn van het OV. 'De overheid beseft onvoldoende haar eigen technologische successen’. ‘Maar de uitvoering is soms spannend.' Dit zijn citaten van Petra Buitenhuis (Publiek Vervoer Groningen Drenthe) en Guido Rink (wethouder gemeente Emmen).
Petra en Guido hebben PETs ingezet om het OV aanbod aan te laten sluiten op de behoeften van inwoners met een bijzondere vervoersbehoefte. Tijdens de podcast beschrijven ze een inmiddels succesvolle pilot, in samenwerking met gemeentes én inwoners. Door op een veilige manier persoonsgegevens te koppelen aan vervoersbewegingen, is het OV aanbod verbeterd en heeft dit veel voordeel opgeleverd voor de inwoners.
Deze pilot heeft in 2024 een van de Nederlandse Privacy Awards gewonnen. Walter van Wijk, community manager Privacy van CIP is de voice-over in de podcast.
Dit is een aflevering uit de CIP podcastserie ‘Privacy in de moderne praktijk’. Voor meer informatie over PET’s, bezoek CIP-overheid.nl en nicpet.nl
Guido Rink: Wat betreft dit verhaal denk ik dat we soms als overheid niet genoeg beseffen wat voor technologisch succes we halen.
Walter van Wijk: Dit is een aflevering in de podcastserie Privacy in de moderne praktijk.
Walter van Wijk: In deze serie van het Centrum Informatiebeveiliging en Privacybescherming belichten we toepassingen van privacy-enhancing technologies oftewel PET's. Hoe worden deze nieuwe, innovatieve technologieën om persoonsgegevens te beschermen ingezet? Wat kunnen we daarvan leren en hoe passen we die toe in onze eigen organisaties?
Petra Buitenhuis: Gemeenten vinden dat best spannend. Dat snap ik ook, want je hebt het over medische data die je wil gaan gebruiken met een marktpartij voor een project dat nieuw is.
Walter van Wijk: In deze aflevering gaat het over privacyvriendelijke analyse van publiek vervoer. Te gast zijn Petra Buitenhuis - manager kennis en innovatie bij Publiek Vervoer Groningen en Drenthe - en Guido Rink, wethouder Economie, Wmo en Emancipatie in de gemeente Emmen. Hij is ook voorzitter van de samenwerkingsorganisatie Publiek Vervoer. Petra legt eerst uit wat de aanleiding was om aan de slag te gaan met deze PET's.
Petra Buitenhuis: Wij wilden vanuit Publiek Vervoer al heel graag een pilot doen, waarbij we mensen willen overtuigen dat ze ook anders naar hun eigen mobiliteit kunnen kijken. Dat betekent zoiets als: je gaat nu heel automatisch misschien een taxi bellen, maar er zijn ook andere vormen van vervoer. Dat deden wij omdat we zien dat het ov minder wordt gebruikt na corona. Mensen gaan meer thuiswerken. Mensen gaan meer vanuit huis studeren. Aan de andere kant zagen we dat door vergrijzing en een toename in gebruik van Wmo dat vervoersysteem juist heel erg onder druk kwam te staan. Dan hebben we het over doelgroepenvervoer. Dat zijn alle vormen van vervoer die door de overheid worden gesubsidieerd voor mensen die niet in staat zijn om hun eigen auto te gebruiken. Voor de gemeenten gaat het dan bijvoorbeeld om Wmo, leerlingenvervoer, Participatiewetvervoer, dagbestedingsvervoer en zo zijn er nog een aantal kleinere stromen. Dat wordt allemaal vanuit de gemeente gefinancierd en dat heet doelgroepenvervoer.
Walter van Wijk: Er waren verschillende trends rondom doelgroepenvervoer, wat vroeg om een veilige, gecoördineerde aanpak.
Petra Buitenhuis: Daar liepen we tegenaan dat je daarbij specifieke data nodig hebt. Wij hebben bij ons aan de doelgroepenvervoerkant medische data - de meest gevoelige vorm die er is - en dat wilden we graag samenbrengen, maar we liepen daar tegen AVG-vraagstukken aan.
Walter van Wijk: Guido vertelt wat hij belangrijk vindt voor de inwoners in zijn regio.
Guido Rink: De inwoners van Noord-Nederland - Groningen en Drenthe, 22 gemeenten - hebben natuurlijk allemaal een mobiliteitsbehoefte en om die maximaal te benutten, moet je kijken wat er kan. Eén is de Wmo-taxi of leerlingenvervoer, maar we hebben natuurlijk ook een ov-netwerk en je wil toch je gevoel van autonomie bewaken als inwoner en zelfstandig kunnen reizen. Dat is wat we als gemeenten heel erg belangrijk hebben geacht. Daarom is het mooi dat dit in dat project ook mooi samenkomt.
Walter van Wijk: Maar wat was dat AVG-probleem dan? Dat begon met een ander project, legt Petra uit, dat Inclusief Reizen heette.
Petra Buitenhuis: Wij wilden daar dat we konden monitoren hoe mensen anders gingen reizen. Dat konden we niet, want het zijn medische data en dat project wilden we verder brengen. We hadden die medische data nodig om een analyse te maken van: welke groep is in staat om anders te reizen? Over welke leeftijd heb je het dan? Dan heb je het ook over: uit welke gebieden - stedelijk gebied, ruraal gebied - komen deze personen vandaan? Waar heb je nog invloed op in een vervolg op die pilot? Daar kwamen data al heel snel om de hoek, want je mag niet aan medische data komen.
Walter van Wijk: Medische gegevens vallen volgens de AVG onder de noemer bijzondere persoonsgegevens.
Walter van Wijk: Voor dit soort gegevens gelden extra beperkende regels.
Guido Rink: Voor inwoners is het natuurlijk hartstikke belangrijk dat ze weten wat er met de data gebeurt. Als gemeente hebben wij de data in ons bezit, want op basis van die data geven wij de beschikking af voor Wmo-vervoer of voor leerlingenvervoer, maar dat is altijd op basis van een medische indicatie. Als het om een medische indicatie gaat, zit je heel erg bij de kern van je mens-zijn, want dat is best gevoelige informatie. Dit wil je niet zomaar met de buurman of met de buurvrouw of wat dan ook delen. Het delen van informatie als het gaat om je medisch dossier is een hot item. Als gemeente ben je bewaker van die data, want die hebben wij in ons bezit. Op basis daarvan nemen wij een besluit tot beschikking en dat zomaar vrijgeven, is iets waar je een paar keer over nadenkt als gemeente.
Walter van Wijk: Daarom ging Petra op zoek naar een technologie waarbij de gegevens worden versleuteld bij de bron.
Petra Buitenhuis: Waar je dan tegenaan zou lopen, waren heel veel Excellijsten die over de lijn zouden vliegen, die je ergens anders moet opslaan, die je weer met elkaar moet vergelijken. Dat was absoluut niet wenselijk en dat kregen we bij FG's natuurlijk ook niet voor elkaar, maar dat wilden we zelf ook niet, want je wil ook zelf als organisatie verantwoord ermee omgaan. Daarom waren we op zoek naar een manier om het wél te kunnen doen.
Walter van Wijk: Ze kwam uit bij een van de innovatieve bedrijven in Nederland die gespecialiseerd zijn in privacy-enhancing technologies.
Petra Buitenhuis: Roseman Labs kwam met een heel mooi systeem, waarbij data aan de bron al worden versleuteld. Je gaat niet meer allerlei Excellijsten over de mail gooien. Vanuit Publiek Vervoer was ik degene die namens de gemeenten akkoord mocht geven op het vergelijken van de data. Van tevoren geef je duidelijk aan welke onderzoeksvraag je beantwoord wil hebben en daar krijg je antwoord op, maar de data verlaten nooit de bron. Ze hebben nooit de gemeente verlaten. Ze hebben nooit bij de vervoerder de server verlaten. Ze zijn altijd aan de bron versleuteld en van daaruit konden we heel goed een privacyvriendelijk vergelijk maken.
Walter van Wijk: Een privacyvriendelijk vergelijk maken. Dat was precies wat wethouder Guido Rink hoopte te krijgen.
Guido Rink: Dit soort projecten zijn voor gemeenten natuurlijk baanbrekend, omdat we als gemeenten bovenop een heleboel data van inwoners zitten. Wat kunnen we, wat mogen we met die data en hoe verwerken we die data en waarvoor kunnen we ze gebruiken? We willen natuurlijk steeds vaker datagedreven werken, maar het zou mensgedreven moeten zijn met data die wij bezitten, want je kunt een heleboel besluiten onderbouwen op basis van data die je verzamelt of data die je vrijgeeft om te verwerken tot het project waar we nu over zitten. Dat levert resultaat op, op basis waarvan je vervolgens weer besluiten kunt gaan maken of kunt herzien. Dat is superbelangrijk voor gemeenten. Daar ga ik dan weer lekker op om te kijken hoe we de data die we hebben en de digitaliseringsmogelijkheden waarover we beschikken zo kunnen inzetten dat het ten gunste komt van onze inwoners. Daar zijn we voor in het leven geroepen.
Walter van Wijk: Petra ging ermee aan de slag.
Petra Buitenhuis: In de pilot wilden we graag het ov bestendigen, zodat daar minder warme lucht werd vervoerd. Aan de andere kant willen we het systeem van doelgroepenvervoer ook in stand houden en betaalbaar houden. Daar hebben we de uitdaging in gevonden om een pilot te hebben waarbij we Wmo-reizigers hebben uitgenodigd om met het ov te gaan reizen, zonder kosten. Het was vlak na coronatijd. Wij konden mensen nog niet uitvoerig van tevoren instructies geven, bijeenkomsten organiseren. Toen hebben we gekeken wat er gebeurt als je mensen een ov-pas per post toestuurt. Je krijgt eerst een brief: u bent vanuit uw gemeente geselecteerd. Dat klinkt alsof je de loterij hebt gewonnen, maar je bent geselecteerd om mee te doen met een pilot waarbij u gratis een ov-pas krijgt.
Petra Buitenhuis: Wilt u meedoen? 1.000 mensen hebben vanuit zeven gemeenten die brief ontvangen. Uiteindelijk hebben er 400 ja gezegd, want er waren er heel veel die zeiden: ik laat niet zien dat ik iets kan, want dan ben ik mijn Wmo-pas kwijt. Die 400 mensen die wél hebben meegedaan, hebben die pas gekregen. Zij mochten daar vrij mee reizen gedurende zes maanden. Dat heeft ons een datavergelijk opgeleverd volgens onze tooling en tegelijkertijd ook door middel van enquêtes, input op hoe de reiziger het heeft ervaren. Voor de pilot zijn we uiteindelijk in een systeem gekomen waarbij we met de gemeenten zijn begonnen met verwerkersovereenkomsten en een DPIA, om goed te kijken waar de risico's zitten. Zij hebben daarmee kunnen instemmen. Voor de reizigers en de inwoners die uiteindelijk hebben meegedaan, zat in de aanmeldbrief opgenomen dat het een pilot betrof en dat hun data werden gebruikt en ook specifiek hoe ze werden gebruikt en dat ze daar ook gerust vragen over mochten stellen als ze die nog hadden.
Walter van Wijk: Hoewel de direct betrokkenen gedurende het hele proces veel vertrouwen hadden, bleek de werkelijkheid wat weerbarstiger. Er kwam nogal wat bij kijken om een breed draagvlak voor deze pilot te krijgen.
Petra Buitenhuis: Het was nieuw en dan kom je bij de term innovatie. Gemeenten vinden dat best spannend. Dat snap ik ook, want je hebt het over medische data die je wil gaan gebruiken met een marktpartij voor een project dat nieuw is. We hadden te maken met heel wat hobbels die we moesten nemen en aangezien we het over vervoer hebben, laten we ze dan even verkeersdrempels noemen. Stuk voor stuk zijn we die afgegaan, waarbij we zijn begonnen met het framen. Je kunt dingen framen als: we gaan iets nieuws doen met jullie medische data. Je kunt ook zeggen: we hebben een nieuwe methode die de nieuwe standaard gaat worden, die we graag in de praktijk willen brengen, omdat dat ons project verder kan helpen. Dat opende bij FG's deuren om te luisteren naar onze plannen.
Petra Buitenhuis: Daar hebben we een aantal inloopbijeenkomsten voor gehouden. Toen waren er twee à drie FG's die zeiden: ik wil me daar eens even verder in verdiepen. Daar hebben we met Roseman nog eens een keer apart een sessie over gehad van: oké, dit is wat we willen gaan doen, - heel transparant, een beetje noordelijke nuchterheid - zo zit het in elkaar. Ook duidelijk zijn in: dit is nieuw, maar het is wél beproefd, want het heeft daar en daar al allemaal gedraaid.
Walter van Wijk: Deze betrokken functionarissen gegevensbescherming - of FG's - waren erg enthousiast over het plan en fungeerden uiteindelijk als echte ambassadeurs voor het project.
Petra Buitenhuis: Ze bleken in staat om ook de andere FG's van de gemeenten die er misschien minder kaas van hadden gegeten, mee te nemen hierin. Dat maakte dat het een soort sneeuwbal werd, waar uiteindelijk alle partijen unaniem hebben ingestemd met de aanpak en ook met de vragen die we wilden stellen aan de mensen die meededen aan de pilot. Naast het datavergelijk hebben we ook enquêtes gehouden, want je wil los van de data - we hebben het over inwoners - ook graag weten wat de inwoner beweegt om mee te doen. Data hebben we verrijkt met persoonlijke ervaringen van de mensen die hebben meegedaan.
Walter van Wijk: Data werden bij de bron versleuteld, waardoor iedereen er veilig mee kon werken.
Walter van Wijk: Het is van groot belang dat de overheden zeer verantwoord omgaan met gevoelige gegevens van hun inwoners ter bescherming van hun privacy. Guido Rink was blij, want volgens hem gaat dit over een betrouwbare overheid en dat is precies wat hier uitgedragen werd.
Guido Rink: Voor ons als gemeente is het natuurlijk belangrijk wat onze inwoners vinden en dat ze goed op de hoogte gebracht worden van wat de bedoeling met die data is. Ik denk dat, als je nieuwe dingen wil gaan proberen, je dat klein - op kleinere schaal - moet aanpakken, niet gelijk alle gemeenten. Het is mooi dat er een groep gemeenten is geweest die daarmee aan de slag is gegaan. Als je ambassadeurs hebt en ziet dat het werkt, wekt dat uiteindelijk vertrouwen bij anderen om ook die stappen te gaan maken. Zo werkt het volgens mij als je aan het innoveren bent, aan het leren bent, maar je moet ook ruimte hebben op het moment dat je gaat innoveren of gaat leren om te mogen falen. Het gaat erom wat je dan met elkaar hebt afgesproken hoe je ermee omgaat als het niet goed gaat. Ik denk dat dat ook goed geborgd was in dit proces. Daarmee maak je het ook een succes. Think big, act small, is - denk ik - hier ook en skill fast is de volgende.
Walter van Wijk: Het project werd uiteindelijk begin 2024 beloond met een van de Nederlandse Privacy Awards, iets waar CIP als deelnemer aan de jury nauw bij betrokken is geweest. Ondertussen zit Petra niet stil, want zij is al bezig met vervolgstappen.
Petra Buitenhuis: Als ik terugkijk op de pilot, was ons uiteindelijke doel zorgen dat mensen anders gingen kijken naar mobiliteit. Dat is gelukt, maar er is méér voor nodig dan alleen maar het verstrekken van een ov-pas. Er zijn randvoorwaarden nodig. We hebben uit enquêtes geleerd dat je een pas kan verstrekken, maar dat dat niet betekent dat een inwoner ook weet waar de bushalte is, wanneer de bus rijdt en ook weet: ik mag mee. Daar hebben we randvoorwaarden voor in te richten. Daar gaan we nu mee bezig. Dat hebben we geleerd uit de enquête. We hebben ook uit onze data geleerd dat er echt mensen in staat zijn om zo de overstap te maken. Dat is voornamelijk - zoals wij het noemen - de nieuwe generatie ouderen. Ik ga geen leeftijden noemen, want vóór je het weet, beledig je iemand, maar ook vooral uit stedelijk gebied.
Petra Buitenhuis: Dat is natuurlijk heel voor de hand liggend. Zij hebben vaak een halte voor de deur. Je moet nu kijken waar die halte is en hoe die inwoner vanaf zijn huis tot aan die halte komt, want anders blijft het bellen van een taxi de mooiste en de beste oplossing. We moeten nu als gemeenten en als vervoerders, maar ook als inwoners kijken: hoe houden we met elkaar beide systemen in stand? Daar gaan we zeker mee bezig.
Walter van Wijk: Ook Guido blikt met grote tevredenheid terug.
Guido Rink: Na zes maanden pilot draaien is het duidelijk dat er echt resultaten geboekt zijn. We hebben als gemeenten best wat uitdagingen, zowel met openbaar vervoer als met het doelgroepenvervoer. In tijden van schaarste is het altijd: hoe gaan we de schaarste verdelen? Dit is een mooie manier om schaarste te verdelen, want we hebben roostertechnisch best wel eens uitdagingen bij de doelgroepenvervoerders en we hebben lege bussen rijden en op deze manier combineer je twee vervoersstromen in één. Dat is mooi. Als je dan ziet dat inwoners zelf ook enthousiast raken en zelfs om uitbreiding gaan vragen, denk ik dat je de juiste snaar hebt geraakt met de juiste techniek. Zo'n pilot is natuurlijk succesvol op het moment dat onze inwoners tevreden zijn, maar hij had niet tot stand kunnen komen als we deze technieken niet hadden gebruikt.
Guido Rink: In die zin is de techniek essentieel voor het welslagen van de pilot, wat vervolgens weer bijdraagt aan de gemoedstoestand van onze inwoners, waar wij het weer voor doen. Naast dat het het mogelijk gemaakt heeft, heeft het ook inzicht gegeven en met dat inzicht - dat we dan weer met elkaar hebben opgehaald uit de data die gecreëerd zijn naar aanleiding van deze pilot - kunnen we de volgende stap maken en het gaan uitbreiden naar de rest van onze gemeenten. Dat is - denk ik - waar de volgende stap ligt.
Walter van Wijk: Bij het nadenken over vervolgstappen kijken ze allebei duidelijk verder dan hun eigen provinciegrenzen.
Petra Buitenhuis: We willen heel graag kijken of dit ook ergens anders in het land toegepast kan worden, want we wisten toen we deze pilot startten dat het in andere delen van het land niet van de grond kwam door die AVG-problematiek, waarbij de gedachte snel was: AVG, dus het kan niet. Vanuit de Vereniging Doelgroepenvervoer Nederland - VDVN, dat is de branchevereniging voor doelgroepenvervoer - willen we heel graag kijken hoe we dit ook landelijk kunnen vormgeven. Als er gemeenten zijn die zeggen: wij vinden dit heel erg interessant, meld je dan vooral. We zien in de doorontwikkeling dat we nu de pilot hebben gedaan met zeven gemeenten, zowel landelijke als stedelijke gemeenten. Dit willen we eerst opschalen naar de 22 gemeenten van Groningen en Drenthe, maar we kunnen dit daarna ook heel snel doen voor de rest van Nederland. Wij kijken vanuit Publiek Vervoer altijd graag naar hoe we dingen kunnen opschalen. Onze aanpak is ook vaak daarop geënt dat het ook in andere delen van het land gebruikt kan worden.
Walter van Wijk: Guido ziet méér mogelijkheden voor de overheid om dit soort technologie toe te passen.
Guido Rink: Dit soort technologieën dragen enorm bij aan de mogelijkheden van de gemeenten en op het moment dat we een pilot succesvol weten te volbrengen, smaakt dat naar meer, zeker in deze. Dit gaan we verder uitrollen. Je hebt ook mogelijkheden als het gaat over blockchain in government, waar we in Emmen ook mee bezig zijn. Ik word daar heel enthousiast van, want digitalisering gaat uiteindelijk bijdragen aan de dienstverlening van onze gemeente richting onze inwoners. Binnen de VNG hebben we ook een commissie informatiesamenleving, waar ik ook met regelmaat mag aanschuiven vanuit mijn rol in Europa. Dat draagt bij aan: hoe gaan we dit als gemeenten in Nederland verder brengen? Common ground is zo'n principe. Wat kunnen we gezamenlijk allemaal doen?
Guido Rink: Zo kun je elke keer ervaringen delen met elkaar en misschien zorgen dat je met elkaar ook nieuwe ervaringen gaat creëren, aansluiten bij initiatieven die lopen. Volgens mij is dit een fantastisch initiatief, dat we los van de 22 gemeenten die onderdeel zijn van deze samenwerkingsorganisatie ook nog verder kunnen brengen.
Walter van Wijk: Het toepassen van deze PET's is uiteraard geen doel op zich, maar een middel. De waarde zit hem in de positieve effecten van de toepassing ervan. Het kan nadrukkelijk bijdragen aan de uitvoering van de kerntaken van de betreffende overheid.
Guido Rink: Het mooie van dit soort technologie is dat je besluiten kunt nemen of dat je dingen kunt uitbouwen waardoor we de dienstverlening richting onze inwoners kunnen verbeteren. In dit geval gaat het over publieke mobiliteit die we willen laten bestendigen of willen uitbreiden, maar we laten ons niet gek maken door eventuele AVG-perikelen. Als je dat met de juiste partijen en op de juiste wijze met elkaar en met de juiste technologieën doet, zie je dat je als overheden echt stappen kunt maken en dat je dat vertrouwen ook wint bij de inwoners en dat je verder kunt komen. Dat is - denk ik - een van de mooiste takeaways van deze casus.
Petra Buitenhuis: Wat ons blij verrast heeft, is het enthousiasme waarmee het is ontvangen, en dan aan de ene kant de overheid, maar ook de inwoner die zelf actief vraagt: mag ik ook meedoen? Ook al een lange periode nadat de pilot is afgelopen. Dat betekent dat wat je achter je bureau hebt bedacht, ook in de praktijk werkt. Dat vind ik altijd heel fijn.
Guido Rink: Dan nog los van wat de inwoner en de overheid vindt, zijn alle technologen die nu ook meeluisteren ook enthousiast en jullie ook. Wat betreft dit verhaal, denk ik dat we soms als overheid niet genoeg beseffen wat voor technologisch succes we halen. Dat is heel erg leuk om te merken. Technologie werkt.
Walter van Wijk: Hopelijk heeft ook dit verhaal van Petra Buitenhuis en Guido Rink je geïnspireerd om jezelf nader te willen verdiepen in de mogelijkheden van deze moderne technologische toepassingen, want PET's worden al snel onmisbaar in de moderne privacypraktijk. Kijk voor meer informatie en inspiratie op de website van CIP: cip-overheid.nl en beluister ook de andere podcasts in deze serie.